Geen fan van flexwoningen

In de hoop om op een snelle manier de woningschaarste op te lossen, is vanuit het Ministerie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening het plan opgevat voor flexwoningen. Een tijdelijke woonmodule dat snel geplaatst kan worden en daarmee in potentie voor velen een woning kan bieden. Het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) heeft nu het plan opgevat om gemeenten te helpen met de flexwoningen wanneer deze beschikbaar komen voor asielzoekers met een verblijfstatus. Het zijn allerlei initiatieven die vanuit een mensgerichte positieve intentie zijn ontwikkeld. En toch zien wij vanuit een samenlevingsperspectief hier eerder een pleister op de wond die daarna gaat ontsteken, dan een daadwerkelijke oplossing voor een gemaakt probleem.

Allereerst het probleem, namelijk het tekort aan woningen. In De Groene Amsterdammer van 12 oktober 2023 wordt in het artikel 'Grip op de Grond' door Mirjam de Rijk uiteengezet waar nu ons woonprobleem zit (link naar het artikel onderaan dit blog). Het is over het algemeen namelijk geen woningtekort, maar een verdienmodel dat floreert bij schaarste ten koste van de Nederlander zonder grondposities, zonder een vastgoedbedrijf of zonder aandelen in het vastgoed. Want als het aanbod aan woningen (en bouwgrond) stijgt, daalt de prijs is de gedachte. Dus met enige vorm van schaarste is de winst voor de bezitter het hoogst. En nu, met het idee van een enorme schaarste, is de vraag hoog, het aanbod ogenschijnlijk laag en daarmee de vraagprijs weer hoog.
Tevens legt zij uit hoe de financiële oplossingen die verschillende kabinetten hebben toegepast om de startende koper te helpen, vooral ten gunste was van de zittende koper, vastgoedbedrijven en de bouwgrondbezitters. Ook de plannen die er nu zijn, om de huurtoeslag ook bij particuliere huur te laten gelden, resulteert vooral in winst voor deze particuliere verhuurder en bijna geen effect voor de huurder zelf. En daarnaast zet De Rijk ook netjes op een rij over welke tekorten wij het nu hebben. Want zijn het wel 1 miljoen woningen die wij moeten bijbouwen? Het bestaande woningtekort wordt nu geschat op 390.000 (aldus De Rijk). Hierbij wordt ervan uitgegaan dat iedereen die 25 jaar of ouder is en samenwoont met anderen die niet hun levenspartner is, een woningzoekende is. Dat hoeven dus niet specifiek 390.000 woningen te zijn. En bovendien, volgens het CBS staan er op dit moment 340.000 woningen leeg! Vooral woningen van beleggers (wederom de vastgoedondernemers) en mensen met een tweede huis. Ondertussen worden we door De Rijk ook nog even meegenomen in het beleid om de woningbouwcoöperaties steeds verder uit te kleden in verder achter te stellen.

Het probleem is dus niet een probleem maar vooral een uit de hand gelopen marktdenken. Het antwoord door te werken met flexwoningen om te voldoen aan de grote vraag, is vooral een pleister tegen het bloeden. Een flexwoning brengt namelijk meerdere problemen met zich mee. Om te beginnen is de flexwoning tijdelijk, dat betekent dat de oplossing van het woningtekort hiermee een tijdelijke oplossing is en het echte probleem wordt naar de toekomst geschoven. In de hoop dat er dan wel genoeg gebouwd is. Alleen het artikel van Mirjam de Rijk laat al zien, dat voor vastgoedondernemers er geen prikkel is om meer te gaan bouwen.
Een flexwoning is daarnaast ook minder flex dan de naam suggereert. Om een flexwoning te bouwen, heb je ook infrastructuur nodig als wegen, rioleringen, waterleidingen, bekabeling (stroom, telefonie, internet), straatverlichting, parkeervoorzieningen en openbaar vervoer (alhoewel dat laatste vaak niet wordt geregeld). Deze infrastructuur is niet tijdelijk maar structureel. Dat betekent dat de huidige omwonende te horen krijgen dat de woningen flex zijn en tijdelijk, maar de plek waar de woning gaat komen, wordt uiteindelijk wel degelijk als bouwgrond gebruikt. Dus het plan om op die plek een woning te bouwen, dat gaat ook na het verdwijnen van de flexwoning door. Weg stukje groen, speelplaats, parkeerplaatsen of wat er al lag op de plek waar de tijdelijke woning komt.
Met de focus op de volkshuisvesting en niet op de ruimtelijke ordening (de naam van het ministerie laat duidelijk zien wat de eerste aandacht heeft), wordt wezenlijk voorbij gegaan aan het inrichten van onze samenleving. Want zoals in het voorgaande punt al wordt aangestipt, komt er meer bij woningbouw kijken dan alleen de huizen. De infrastructuur is wezenlijk van belang. En ook moeten er antwoorden komen op de volgende vragen: waar doet men boodschappen, waar gaat men naar school, waar kunnen kinderen spelen, waar kunnen ouderen elkaar ontmoeten, hoe komt iedereen van A naar B, kunnen de plekken die al bestaan ook de nieuwe bewonersstromen aan, zijn de wegen breed genoeg, de bussen lang genoeg, enzovoort? Om nog niet stil te staan bij een visie op onze toekomst in 2050 of 2100 bijvoorbeeld. Want bouwen wij nu in laaggelegen gebieden die over 30 jaar onderstromen? Of willen wij een CO2 neutrale samenleving maken door meer openbaar vervoer of door het gebruik van elektrische auto's? En hoe willen wij landbouw organiseren ten opzichte van de woningbouw?

De flexwoning heeft nog een ander effect, namelijk een sociaal-maatschappelijk effect. De nieuwe bewoners van de woningen krijgen direct te horen dat zij hier niet mogen blijven, niet langer dan x jaren. Het gevolg is veelledig. Te beginnen met de zorg voor de omgeving en de verbinding met de gemeenschap. Elke bewoner is bezig met wegkomen voordat de tijd verstreken is. Investeren in de buurt of zelfs de eigen voor- en achtertuin is een zinloze investering. Je gaat toch weg. Sociale cohesie komt hier niet tot stand. Burenruzies worden niet opgelost en ook van buitenaf, door overheden en welzijnsorganisaties, worden deze buurten behandeld als een tijdelijk kwaad. Ook als de overlast naar de bestaande wijk overslaat, is de noodzaak om een oplossing te vinden niet groot, want de huizen zijn tijdelijk.
Een ander gevolg is dat de flexwoning symbool komt te staan voor de mislukkeling, de outcasts. Zij die niet geslaagd zijn in het kopen of huren van een eigen huis of gevlucht zijn en tijdelijk onderdak nodig hebben. De flexwoning wordt een plek om te vermijden. De huidige houding naar bewoners in sociale woningbouwwoningen kun je hiermee vergelijken. Door het politieke beleid wordt sociale woningbouw geassocieerd met mensen die niet werken, sociale outcasts zijn en huizen die slecht worden onderhouden. En dat wordt maar al te graag bevestigd door politieke partijen die voor het eigen woningbezit zijn.
En als laatste vormen de flexwoningen de volgende afvalberg van onze samenleving. Tijdelijkheid betekent dat de woningen uiteindelijk ook gesloopt moeten worden. En dat materiaal wordt niet hergebruikt bij de nieuwe woningen. En als de geschiedenis ons iets leert, is dat tijdelijke woningen uiteindelijk permanent worden en vervolgens een onderhoudsvraagstuk oproepen waar ze niet voor gebouwd waren.

Zijn er dan andere oplossingen? Ja, natuurlijk! Begin allereerst met de ruimtelijke ordening en een visie op onze toekomst. Zorg ook dat sociale woningbouw wordt gerealiseerd naar bijvoorbeeld het Weense model. De grondprijs voor sociale woningbouw wordt verlaagd (dus de bouwprijs is structureel lager), zorg dat de woningcomplexen meer voorzieningen hebben naast wonen én, niet onbelangrijk, gooi het maximale inkomen voor een sociale woning naar 80.000 euro op jaarbasis. Zo haal je het stigma uit de sociale woning en bied je een grotere groep mensen een veilig en betaalbare woning. Nodig architecten uit om woonhuizen te ontwerpen die met een andere inrichting dan de standaard gezinswoning met 2 1/2 slaapkamer meer woongenot kan opleveren. En ga aan de slag met community building en zorg voor een ruimtelijke omgeving en woninginrichting die aansluit bij meerdere culturele achtergronden. De woning, buurt, woonwijk of stad hoeft niet af te zijn, zolang de bewoners, oud en nieuw, jong en oud, de plek wel eigen kunnen maken zolang ze deze kunnen delen. Daarmee krijg je een betere leefomgeving dan een wijk vol flexwoningen.

Lees ook het artikel van Mirjam de Rijk, 'Grip op de grond', in De Groene Amsterdammer, 12 oktober 2023

© bannerfoto: Lisa Fotios, Bruin Wit En Grijze Huizen In De Buurt Van De Weg via Pexels.com